Terugblik demo mechanische onkruidbestrijding (10 mei 2019)
Terugblik demo mechanische onkruidbestrijding (10 mei 2019)
Op 10 mei zakten een heleboel geïnteresseerden af naar Proefcentrum Fruitteelt voor de demo rond mechanische onkruidbestrijding. We delen enkele tips die we er meekregen van Kris Ruysen, onderzoeker Milieu en Techniek.
Een geslaagde onkruidbestrijding begint bij een aangepast plantsysteem. Afstanden die in overweging genomen moeten worden zijn niet alleen de plantafstand tussen de rijen, maar ook de breedte van de vaste strook en de vrije doorgang onder de bomen (in het geval van pitfruit). Weeg deze af tegenover de afmetingen van je werktuigen of de lengte van de schoffelmessen. Bekijk de werkingsdiepte van de machine: geeft deze een risico op wortelbeschadiging?
Wanneer je omschakelt naar biologische productie is het belangrijk je goed uit te rusten op vlak van mechanische onkruidbestrijding. Stel jezelf de vraag hoe snel je wilt of moet kunnen werken om alle percelen rond te krijgen. Koop je een enkele of dubbelwerkende machine? Hoeveel onkruid moet je kunnen verwerken op de percelen? Na de winter is er vaak nood aan een intensievere (en dus tragere) bewerking om de winteronkruiden weg te krijgen. Later in het seizoen kan je de keuze maken voor meer oppervlakkige bewerkingen aan een hogere rijsnelheid.
Verder deelt Kris nog een aantal kwalitatieve aspecten om bij stil te staan. Hoe dicht benadert de machine de stam en hoe goed wordt er bewerkt tussen de stammen? Is er schade aan de stam zichtbaar? Is de bodem voldoende verkruimeld? Blijft de aarde goed op zijn plaats tijdens de bewerking of moet het werktuig nog voorzien worden van extra aan- of afaarders?
Ann Gomand van de proeftuin pit- en steenfruit stelt dat er vandaag 3 types toestellen het goed doen op de markt. Een eerste categorie zijn de zwenkmaaiers. Hiermee kan je vrij snel werken, bovendien kan je deze bewerking combineren met het maaien van de vaste strook. Wel blijft er een eilandje van begroeiing staan rond de boom. Lintenmaaiers daarentegen kunnen dichter tegen de boomstam werken. De agressiviteit van het toestel hangt af van het type draad, zo zullen hoekige draden agressiever werken dan ronde. Een laatste categorie zijn de schoffelmachines, waarbij je de keuze hebt tussen een vlakschoffel of roterende schoffel. De schoffeltoestellen kunnen bovendien extra uitgerust worden met verschillende types rolhakken en vingerwieders.
Met deze informatie in het achterhoofd konden de fruittelers zich richten op de demonstratie van de toestellen. We filmden voor jullie een selectie uit het aanbod:
- Clemens: werktuigdrager met rolhak en vingerwieder.
Rijsnelheid 4-10 km/u. Werkingsdiepte 4-10 cm.
- Ladurner: aangedreven dubbelzijdige schoffelmachine.
Rijsnelheid tot 5 km/u. Werkingsdiepte 1-10 cm.
- Clemens: werktuigdrager met Radius SL Plus incl. rotoreg + schijfploeg.
Rijsnelheid 3-10 km/u. Werkingsdiepte 5-10 cm.
- Stocker: enkelzijdige lintenmaaier BAB (ook dubbelzijdig mogelijk).
Rijsnelheid 5-8 km/u.
- Ladurner: enkel- of dubbelzijdige lintenmaaier met instelbare maaikop.
Rijsnelheid 5-8 km/u.
- Boisselet: Servomoteur + schoffelmessen/rotoreg/schijven/borstels.
Rijsnelheid en werkingsdiepte i.f.v. montage.
- Clemens: enkelzijdige schoffelmachine.
Rijsnelheid tot 5 km/u. Werkingsdiepte 1-10 cm.
- Deto: machine voor het plaatsen van afdekmaterialen (nog in ontwikkeling).
- Zasso Group: machine voor elektrofysische verdelging van onkruid.
Rijsnelheid 2-10 km/u.