Terugblik: bezoek aan biovarkenshouderij BoerBas

Terugblik: bezoek aan biovarkenshouderij BoerBas

De ouders van boer Bas baatten samen een deels gesloten bedrijf uit van 150 zeugen. Toen Bas in 2009 mee in het bedrijf stapte was het oorspronkelijke plan om tot 760 zeugen vermeerdering te groeien. De vergunning en financiering waren zo goed als rond toen Bas dankzij coachingsgesprekken voor jonge boeren tot de conclusie kwam dat hij niet wou werken in dergelijk verdienmodel.

Tot grote vreugde van zijn vader, die de uitbreiding eigenlijk alleen maar deed voor Bas. Bas: ‘Ik kreeg de tip om eens te gaan kijken bij biobedrijven van de Groene Weg. Tijdens deze bezoeken zag ik bedrijfsleiders die terug bezig waren met hun dieren, en niet continu aan de telefoon hingen of de sturing van de ventilatie in de gaten moesten houden. Dit sprak me erg aan, waarop ook ik een contract aanvroeg bij de Groene Weg. Bij de gemeente vroeg en kreeg ik vervolgens een vergunning voor een gesloten bedrijf met 80 zeugen en buitenloop. Een jaar nadien kwam SKAL een toelatingscontrole doen en gingen we effectief van start met het bioverhaal’.

Afzet

De prijs aan de boer wordt binnen de Groene Weg telkens voor een periode van 3 maanden bepaald. ‘Het afgelopen half jaar hebben we uiteraard harder moeten lobbyen om de hoge voederprijs door te rekenen. De consument is tot nu toe bereid geweest om meer te betalen voor een kwalitatief stukje biologisch vlees. In Duitsland is de vraagmarkt het grootst. Sinds januari ben ik voorzitter van de Groene Weg. Binnen de Groene Weg werken we met een wachtlijst voor omschakelaars in functie van de marktvraag. Momenteel is de wachttijd heel kort. Je moet als keten ook op de lange termijn durven denken, bij de meeste geïnteresseerden duurt het immers 2-3 jaar voor ze de eerste biovarkens kunnen leveren’ vertelt Bas.

Recent startte de Groene Weg ook met de uitbouw van een Belgische keten. Het eerste Belgische bedrijf is gecontracteerd en de eerste varkens hiervan zijn al op gehaald. Bas: ‘Bij ons op het bedrijf worden er tweewekelijks ongeveer 60 dieren geladen, die allemaal de weegschaal passeren. De Groene Weg werkt met een online systeem waarbij je 12 weken op voorhand de aantallen dient door te geven. De marge om aan te leveren is 82-112 kg, met een bonus voor dieren onder de 103 kg. We worden beloond voor het leveren van varkens met een bepaalde vleeskwaliteit’.

De zeugen

Bas veranderde niet van zeugenras bij de omschakeling. Een deel van de zeugenstapel werd opgeruimd, met de rest werd verder gefokt. Sinds 2 jaar kruist Bas ook Zwitsers landras in. Bas: ‘Deze dieren zijn het al zo lang gewoon om los te lopen dat je een deel van dit karakter meeneemt in het fokken. De dieren hebben ook een socialer karakter. Ik fok op 12 biggen en 16 spenen. Dit vind ik voldoende’. Het uitvalpercentage bij de biggen krijgt Bas steeds beter onder de knie, al piekte dit net na de omschakeling wel flink. De conventionele zeugen kennen het loslopen in de kraamstal niet en dat gaf hier en daar veel uitdagingen. De biggen worden allen pas gespeend als ze 40 dagen of ouder zijn.

‘Ik ben een beetje natuurlijk in een 2-wekensysteem gerold, omdat er in biologische varkenshouderij geen hormonen gebruikt worden en synchronisatie van de berigheid dus niet mogelijk is. In 2002 werd er op het toen nog gangbare bedrijf een nieuwe potstal voor 144 gangbare zeugen gebouwd, met groepshuisvesting op stro. Daar verblijven nu maar 60 zeugen. Die hebben alle ruimte van de wereld. Een deel van die stal wordt nu ook maar gebruikt voor extra stro-opslag. De Groene Weg stelt als eis bovenop de Europese biologische wetgeving, dat de stallen ingestrooid moeten worden met biologisch stro. Een andere bijkomende eis vanuit deze afnemer is de toegang tot weide voor de zeugen. Onze weide is 1 ha groot en won in 2018 de prijs voor mooiste modderpoel van Nederland’ vertelt Bas.

 

 

De vleesvarkens en biggen

Ook de vleesvarkenstal werd verbouwd bij de omschakeling. Bas: ‘We hadden het geluk dat we rondom de stal uitlopen konden creëren en zo alle binnenruimte van de bestaande stal optimaal konden benutten. Bij de vleesvarkens zit ik met een uitvalpercentage van 1,9%.  De beren worden verdoofd gecastreerd, een deel van het vlees gaat naar Duitsland, en daar is het een eis is bij afnemers. Verder is het voor het dierenwelzijn ook niet bevorderend om niet te castreren. Biologische varkens worden iets ouder dan conventionele varkens. Als beren en gelten dan in de grote groepen door elkaar lopen terwijl ze allen in de ‘puberteit’ komen, dan is dat vragen om heibel’.

 

 

De kraamhokken zijn zo ingericht dat de zeugen met hun snuit naar de uitloopopening gaan liggen en met hun achterste naar de warmtelamp. Zo wordt er vlakbij het biggennest geworpen. Bas werkt met het Deens systeem met onderkruipen, met lampen op sensor die starten bij 37°C en over een periode van 20 dagen afbouwen tot 24°.

 

 

‘De huidige kraamstal is eigenlijk te groot, te veel volume en daardoor in de wintermaanden te koud, daarom investeren we binnenkort in een nieuwe kraamstal. Via crowdfunding haalden we maar liefst €82 000 op voor deze nieuwe stal. De verschillende kraamhokken krijgen een persoonlijk reclamebord met verwijzing naar de grootste investeerders, hun eigen ‘skybox’ zeg maar. Dat vind ik nu net het mooie aan biologisch produceren: je hebt niet enkel terug veel meer contact met je dieren, maar ook verbinding met je consumenten. De mensen waarderen veel meer je verhaal’ besluit Bas.