Terugblik: bedrijfsbezoek bio melkveehouderij

Terugblik: bedrijfsbezoek bio melkveehouderij

Op 2 juli was Bio zoekt Boer, samen met advieseur Peuter Van Rumst van Obs'Herbe, te gast op het biologisch melkveebedrijf van Johan Boussemaere en Isabel Delanote in Diksmuide. Ze schakelden in 2016 hun melkveebedrijf om naar een biologische bedrijfsvoering, met op vandaag zo'n 130 Holstein koeien (8800 liter/koe/jaar) op 100 hectare land en 12ha natuur. 

 

Omschakelkeuzes

De omschakeling was voor Johan en Isabel een grote aanpassing in de manier van werken. De focus verschoof bij de ruwvoederteelten van maïs naar gras-klaver. Beweiding kreeg een meer prominente rol en werd jaar na jaar bijgestuurd tot het huidige systeem van dagelijks omweiden. Maïs werd even uit het teeltplan geschrapt. De teelt van gras-klaver werd afgewisseld met granen en mengteelten van granen met bonen of erwten. Na de omschakeljaren werd opnieuw wat maïs geteeld, net als voederbieten. 

 

Het grasland werd waar mogelijk vernieuwd en ingezaaid met verschillende soorten grassen, klavers en kruiden. De kunstmeststrooier verdween van het toneel en maakte plaats voor de stikstoffixerende vlinderbloemigen. De huiskavel werd uitgebreid tot 45ha, waarvan maar een klein deel permanent grasland, en waar in het tijdelijke grasland zo'n 10 hectare akkerbouw roteert. 

 

Vertrekken vanuit het land

Volgens Johan zijn we de basis van onze rundveehouderij vergeten. "Bedrijven stellen vaak het aantal koeien voorop. Alles moet hierop afgestemd worden: hoeveel en welk voeder we telen, hoeveel ruwvoeder en krachtvoeder we moeten bijkopen, hoeveel mest we moeten afzetten, etc. Wij bekijken dit anders en vertrekken vanuit het land." Vertrekken vanuit het land betekent voor Johan onder andere het verrijken van de bodem. "Dat doen we door klavers die enkele jaren aanliggen in de vorm van gras-klader-kruiden. Als de grond rijk genoeg is, telen we er maïs, voederbieten en granen op. Dit alles vormt samen een evenwichtige ruwvoederproductie. Daarna bekijken we pas hoeveel herkauwers (in ons geval koeien) we nodig hebben omdat voeder (gras-klaver) om te zetten in melk en vlees. 

 

Kruidenrijke weides

Toen ze de omschakeling naar bio maakten, hebben Johan en Isabel stapsgewijs hun huiskavel van 13ha naar 45ha uitgebouwd. De graasweides zjin nu rijk aan verschillende soorten gewassen, zoals Engels raaigras, timoteegras, witte-, rode en rolklaver, luzerne, cichorei, smalle weegbree, karwei en paardenbloem. "In het voorjaar is er meer grasgroei, vanaf de zomer komt de piek van klavers op gang", vertelt Johan. "Tijdens heel droge periodes zie je vooral de kruiden en luzerne nog fris groen staan. Je krijgt doorheen het jaar zo een variatie tussen de suikers en eiwitten in het weiland. We anticiperen hierop door een vroge of eerder late snede te voederen op stal. Zo krijgen we een evenwichtig rantsoen. De kruiden zorgen daarbij voor de nodige mineralen. Hun gehaltes aan mineralen, zoals selenium en koper, zijn veel hoger dan de gehaltes in gras. Dat is te merken aan de gezondheid van de dieren - die is er zeker op vooruit gegaan."

 

Om klavers in de permanente weilanden te krijgen, was doorzaaien geen succesvolle methode. "Het werkt beter om de koeien klavers te laten eten die in zaad staan. Via de mest komen de klaverzaden zo in het weiland", vult Johan aan. "De weides behoeven bovendien geen extra mest aangezien de vlinderbloemigen veel stikstof fixeren en de koeien het geheel bemesten tijdens de vele uren begrazing. Omdat de weides niet gericht zijn op maaien, is er ook geen bemesting nodig in het voorjaar om het gras 'op te jagen'." Er wordt jaarlijks wel nog 300kg kainiet en 250kg gips op het weiland gestrooid. 

 

Roterend begrazen

Enkele jaren geleden beslisten Johan en Isabel om een systeem in te voeren van dagelijks omweiden. Dat deden ze de hulp van adviseur Pieter van Rumst (Obs'herbe). De 35ha grasland in de huiskavel werd opgesplitst in iets meer dan 20 percelen. Elke dag krijgen de koeien een vers stuk weide, waar ze 10 à 12kg DS vers gras opnemen, om pas na een drietal weken terug te komen op dat stuk. Het doel daarbij is om een maximaal aantal dagen te grazen. "We halen gemiddeld zo'n 240 dagen, te starten vanaf februari en eindigend in november", legt Johan uit. "De exacte periode hangt af van de weersomstandigheden in dat jaar. Door de rustperiode van gemiddeld 3 weken heeft het gras de nodige tijd om zich te herstellen en ook voldoende energie in de wortels te investeren, wat ook het bodemleuven ten goede komt."

 

Volgens adviseur Pieter Van Rumst kan bijna iedereen met dit systeem aan de slag, ook wie slechts een kleine huiskavel heeft. "Het is dan aangeraden om het aantal uren beweiding te beperking tot bijvoorbeeld 4 a 5 uur in de ochtend na het melken", voegt Pieter toe. "Zo nemen de koeien al het aanwezige gras op, zonder schade te veroorzaken door langdurig vertrappelen." Hoe meer weiland je hebt, hoe meer uren je de koeien dus kan laten grazen en hoe meer voer ze kunnen opnemen uit de weide. 

 

Een bijkomend voordeel van roterend begrazen, is dat de wormdruk verlaagt door de rustperiode van 3 weken. Hierdoor moet er minder ontwermd worden, wat ook goed is voor het bodemleven. Het is immers aangetoond dat mestkevers en andere nuttige insecten schade ondervinden van van de klassieke ontwormingsproducten. 

 

Ook op jouw bedrijf?

Voor wie zelf met dit systeem aan de slag wilt, heeft Johan nog een tip. "Het is nodig om van bij het begin een goed weideplan te maken, met de nodige aandacht voor de paden van aan de stal tot aan de deelpercelen. Denk eventueel aan matig verharden en vergeet ook geen watervoorziening en degelijke afrastering. Bij de opstart zijn er dus wel wat investeringen nodig. Daarnaast kan het ook nuttig zijn om de timing van afkalven en droogzetten af te stemmen op de grasgroeipieken", sluit Johan af.