Biologische wijnbouw in België: Domaine du Chenoy bewijst dat het kan
Biologische wijnbouw in België: Domaine du Chenoy bewijst dat het kan
Vier jaar geleden kregen de broers Jean-Bernard en Pierre-Marie Despatures, beiden bio-ingenieur van opleiding, de kans om de wijngaard van Domaine Du Chenoy in Namen mee te beheren. Het project ‘Bioclusters’ maakt Vlaamse geïnteresseerden wegwijs in de biologische wijnbouw en bracht hen een bezoekje.
Naar bio met hybriderassen
Pierre-Marie: “We startten vier jaar geleden op een areaal van 10 ha, dat we inmiddels uitbreidden tot 14 ha. We telen 11 verschillende druivenrassen, allemaal hybrides (PIWI’s), met onder andere Solaris, Johanniter, Bronner, Souvignier gris, Pinotin, Cabertin, Regent, en Rondo. Hiervan maken we zowel mousserende wijnen als stille witte, rosé en rode wijnen. Deze brede waaier aan wijnen biedt ons de mogelijkheid om flexibel om te gaan met een variabele rijpheid van de verschillende variëteiten bij pluk. De omschakeling van onze wijngaard werd gestart in 2016, in 2019 behaalden we ons biolabel. In 2020 haalden we een gemiddelde opbrengst van 45 hectoliter per hectare: dit is geen erg hoge opbrengst, maar wel een opbrengst die aanvaardbaar is in de biowijnbouw. Onze prioriteit ligt momenteel vooral op het opdoen van ervaringen met de vinificatie van de PIWI’s en hun organoleptische eigenschappen.
Beheer van de wijngaard
Het biologisch beheer van de wijngaard draait voornamelijk rond het instellen van natuurlijke evenwichten. De bodem staat daarbij centraal. Pierre-Marie: “We zorgen voor een permanente begroeiing van de stroken tussen de wijnranken. Deze zorgen voor enorm veel biodiversiteit in de boomgaard, en dankzij de aanwezigheid van vlinderbloemigen treedt er geen concurrentie op met de wijnranken zelf. De plantrij zelf wordt vanaf het voorjaar, wanneer de wijnrank tot leven komt, zwart gehouden via verschillende mechanische bewerkingen. Hiermee wachten we bij voorkeur tot na de grootste vorstperiode: het schoffelen verstoort immers de capillariteit van de bodem waardoor en ’s nachts minder stralingswarmte van de bodem naar de wijnrank gaat en er dus een extra bescherming tegen vorstschade verloren gaat. We voegen geen extra bemesting toe, vóór aanplant van de wijngaard werd er wel telkens een aanzienlijke hoeveelheid compost ingewerkt. Ook maken we gebruik van biodynamische preparaten en plantextracten op basis van brandnetel en heermoes.
Omgaan met ziektes en plagen
PIWI’s hebben als voordeel dat ze resistent zijn tegen de meeste in de wijngaard voorkomende schimmels en dus minder behandelingen met fungiciden vragen. “Dankzij deze resistentie kunnen wij het kopergebruik in onze wijngaard op vandaag terugschroeven tot ongeveer 800 g koper per hectare en per jaar. Hiermee blijven we ver onder de in bio toegelaten 4 kg, en zelf onder de in biodynamische landbouw toegelaten 3 kg. Dankzij de vele passages met kleine dosissen koper blijven de meeste schimmelziektes onder de radar, enkel Botrytis durft al eens de kop op steken. Vooral Johanniter heeft hier last van. Een aangepaste snoei die leidt tot een open wijnrank die voldoende verlucht wordt kan hier een antwoord op bieden. Biowijn maken van klassieke variëteiten kan volgens mij zeker ook in ons klimaat, maar heeft als nadeel dat er grotere dosissen koper nodig zijn. Een voordeel is dat er over de vinificatie van deze klassieke variëteiten veel meer kennis bestaat, wat het makkelijker maakt voor startende wijnbouwers met minder ervaring,” vertelt Pierre-Marie. “Problemen met insecten stellen zich, omwille van de opgebouwde biodiversiteit, amper. Af en toe worden we geconfronteerd met een aantasting van D. suzukii, en dan vooral op de Pinotin. Over het algemeen hebben hybriden echter minder last van dit insect omwille van hun dikkere druivenschil. Er zijn in bio enkele natuurlijke middelen toegelaten die ingezet kunnen worden tegen D. suzukii. Maar deze gebruiken we liever niet omdat ze ook een nevenwerking hebben op de nuttige insecten in onze wijngaard.
De vinificatie
Wat de biologische vinificatie betreft zijn er geen grote aanpassingen nodig in vergelijking met het gangbaar. Het grootste aandachtspunt is het feit dat wij met PIWI’s werken, waarvan de vinificatie-eigenschappen nog niet ten volle bestudeerd zijn. Het maken van mousserende wijnen is in ons Belgisch klimaat het eenvoudigst, maar een kwalitatieve rode wijn maken is een interessante uitdaging met PIWI’s. Voor onze overname in 2017 twijfelden wij dat het ons zou lukken, maar intussen lanceerden we toch en met veel succes onze eerste rode wijn. We laten ons in dit proces bijstaan door een bekende oenoloog uit Bordeaux, Eric Boissenot, die mijn broer leerde kennen toen hij in de wijnsector ginds werkte.”
Bio: een meerwaarde?
Of het biolabel voor hen een meerwaarde is? Pierre-Marie: “Ook toen we nog gangbaar produceerden maakten we bewust de keuze voor PIWI’s, bijgevolg kregen we vaak de vraag of we ook biologisch produceerden. Een biolabel betekende voor ons weinig extra inspanningen: we moesten niets veranderen in ons productieproces. Als wijnbouwer is het ook belangrijk om het verhaal achter je product mee te geven. Bovendien willen we ook bewust binnen een betaalbaar marktsegment blijven, waarin we ons kunnen onderscheiden aan de hand van het label. Dankzij het label verkopen we onze wijn nu ook in Brusselse biospeciaalzaken zoals onder andere the Barn, Färm en Sequoia. Maar de filosofie achter het label moet altijd blijven primeren. De Belgische wijnbouwers kijken naar mijn mening nog te vaak naar andere wijnlanden. Door te kiezen voor PIWI’s kunnen we in onze regio echter een origineel en innovatief product maken. En vergeet niet: eigenlijk produceer je wijn voor jezelf. Je moet als wijnbouwer zelf van je kwaliteit houden, je moet er je eigen specialiteiten en eigenschappen in kwijt kunnen. En dan doen we met Domaine du Chenoy door te kiezen voor topkwaliteit, identiteit en authenticiteit.”