Biologische ruwvoeders telen, hoe pak ik dat aan?

Biologische ruwvoeders telen, hoe pak ik dat aan?

Grasklaver als motor

Een aantal wettelijke aspecten bepalen de spelregels binnen deze biologische bedrijfsvoering: je mag geen gebruik maken van chemisch-synthetische kunstmest of gewasbeschermingsmiddelen en er mag max. 170 kg stikstof aangevoerd worden uit dierlijke mest (of minder ten gevolge van MAP 6). Vlinderbloemigen vormen bijgevolg de sleutel om extra stikstof in je systeem te brengen. Via deze stikstoffixeerders is het mogelijk om ook binnen de biologische spelregels voldoende opbrengst te halen. Ze fixeren rond de 50 kg stikstof per ton drogestof/ha/jaar. Streef in je maai- en graasweides naar een klaveraandeel van 30% op jaarbasis.

Een evenwichtig rantsoen

Een evenwichtig biorantsoen bestaat bijgevolg voornamelijk uit grasklaver, aangevuld met maïs, granen en voederbieten voor extra energie; en erwten of bonen voor extra eiwit. In tegenstelling tot een maïskuil, zal de samenstelling van grasklaver sterk evolueren in functie van het moment in het seizoen of het weer. Het voorjaar, met koude nachten en bodems maar relatief warme dagen, levert snedes die rijk zijn aan koolhydraten maar arm aan eiwit. Naarmate de nachten en de bodem warmer worden zal de stikstoffixatie en mineralisatie stijgen en het aandeel eiwit in je snede stijgen. Klaver zal bovendien een groeipiek vertonen in de zomer, terwijl gras voornamelijk de sterkste groei kent in het voor- en najaar. De oplossing voor een jaarrond stabiel rantsoen? Serveer de grasklaver op z’n Italiaans aan je koeien, nl. in lasagnekuilen, of combineer op z’n minst 1 vroege met 1 late grasklaversnede.

Graskeuze

Italiaans raaigras is over het algemeen geen goed gras om te combineren met klavers, omdat het vrij agressief groeit en de klaver kan overheersen, met als resultaat te weinig eiwitopbrengst. Waar Engels raaigras vroeger goed rendeerde in combinatie met klaver, zien we de laatste jaren een zoektocht naar iets droogtetolerantere grassen. Veldbeemd vertoont om deze reden potentieel om samen met Engels raaigras en klaver in te zaaien in graasweides. In maaiweides vormen kropaar en rietzwenk goede alternatieven voor Engels raaigras.

Klaverkeuze

Rode klaver vormt een penwortel en kan hierdoor dieper z’n vocht en nutriënten halen, wat resulteert in een hogere productiviteit. Witte klaver legt z’n stengels op de grond en vormt bijwortels met uitlopers. De productiviteit is iets lager bij witte klaver maar deze soort zal beter de bodem bedekken en lege plekken begroeien. Rode klaver leent zich dus beter voor maaiweides, en witte voor graasweides. Aandachtspunten voor een goede klavergroei zijn een voldoende hoge ph, en voldoende fosfor, kalium, magnesium, calcium, zwavel en molybdeen. De in bio toegelaten hulpmeststoffen zoals kaïniet, kalk, gips en kieseriet kunnen helpen de nutriëntengehaltes in de bodem in evenwicht te houden.

Maïs

De opbrengst van biomaïs kan dicht in de buurt van gangbare opbrengsten komen als deze een juiste plek in de teeltrotatie krijgt. Dat wil zeggen: vlak na grasklaver, zodat er voldoende stikstoflevering is. De mechanische onkruidbestrijding is in deze teelt een belangrijk aandachtspunt: niet te vroeg zaaien, een vals zaaibed, voor- en na-opkomst wiedeggen, en na-opkomst schoffelen vormen hier de uitgangspunten.

Voederbieten

Biobieten zijn op vlak van energie-inhoud een droom om te voederen aan je dieren, maar niet eenvoudig te telen. Aan deze teelt komt relatief veel handenarbeid te pas, reken op 1000-1500€ wiedkosten per ha. Maar: de voederwaarde kan in goede jaren makkelijk oplopen tot zo’n 5000€ per ha, en dus is deze teelt te verantwoorden als je er voldoende hoge opbrengsten mee kan halen. Durf de mechanische onkruidbestrijding in deze teelt uit te besteden aan een loonwerker of bio-akkerbouwer.

Granen

Biogranen zijn gelukkig wel een eenvoudige teelt op vlak van onkruidbestrijding in vergelijking met bieten of maïs. Als je het strategisch aanpakt is er in deze teelt zelfs geen onkruidbestrijding nodig. Als er op het graanperceel gedurende de voorgaande jaren veel zomerteelten stonden, bv. maïs, dan zullen voorjaarskiemers het hoofdaandeel hebben in de onkruidzaadbank. Als je op deze percelen aan de slag gaat met wintergranen zal de onkruiddruk relatief beperkt blijven. Najaarskiemers zoals muur en paarse dovenetel kunnen soms parten spelen. Maar over het algemeen blijven ze klein in de winter, en worden ze in het voorjaar ingehaald door de graanteelt. Belangrijk is dus dat het graan voldoende ontwikkeld de winter ingaat en dus tijdig ingezaaid wordt.

Veldbonen en erwten

De teelt van veldbonen is in Vlaanderen nog relatief onbekend, maar wint in snel tempo aan populariteit. Het gewas bevat relatief veel eiwit en veel energie en kan als gps, in deegrijp stadium of droog geoogst worden. De onkruidbeheersing vormt voornamelijk in de afrijpingsfase een aandachtspunt. Kies daarom strategisch voor wintervariëteiten en oogst niet te laat. Veldbonen worden vaak in combinatie met granen geteeld: triticale bv. past mooi bij de groei van winterveldbonen en heeft ongeveer hetzelfde afrijpingsmoment. Erwten zijn een gelijkaardige maar iets moeilijkere teelt dan veldboon. Ze zijn iets legergevoeliger en worden bijgevolg zelden zuiver geteeld.

 


Bioclusters is een gezamenlijk project van Innovatiesteunpunt, Boerenbond, BioForum en Algemeen Boerensyndicaat en wordt financieel gesteund door de Vlaamse overheid.