Biobedrijf De Hofstad teelt eigen voeders

Biobedrijf De Hofstad teelt eigen voeders

Tot zijn eigen verbazing en die van zijn omgeving besloot psycholoog Paul Schots vijf jaar geleden om te gaan boeren. Vandaag runt hij met zijn vrouw in Breugel (Nederland) een biologisch melkveebedrijf dat sterk inzet op een eigen kwaliteitsvolle voederwinning.

Eveline Driesen, innovatieconsulent Bio-omschakeling

 

Paul: “Toen de oom van mijn echtgenote Lia besloot om met pensioen te gaan, deed hij een oproep bij de neven en nichten om zijn landbouwbedrijf over te nemen. Lia, die dierenarts is, en ik besloten ervoor te gaan. We verhuisden naar Breugel en namen het melkveebedrijf met 30 ha en 70 Maas-Rijn-IJsselkoeien over.” Oorspronkelijk wilde Paul uitbreiden, maar de nieuwe fosfaatrechtenwetgeving in Nederland stak hier een stokje voor. Daarom besloten ze in 2016 om de stap naar bio te zetten.

Afzet tegen een faire prijs

Na onderhandelingen met FrieslandCampina, Arla én Eko-Holland, besloten Paul in Lia bij hun vertrouwde coöperatie FrieslandCampina te blijven. “We krijgen al twee jaar een stabiele biomelkprijs uitbetaald, die zo’n 14 cent verschilt met de gangbare prijs (±0,47 euro/kg, bij 3,47% eiwit en 4,41% vet). Wij zijn hier tevreden mee. Maar als je de stap zet naar bio, moet je je wel goed informeren bij meerdere afnemers, zodat je vooraf zeker bent van je afzet”, aldus Paul. De stap naar bio mag niet louter een economische beslissing zijn, maar de rekening moet wel kloppen.

Eigen ruwvoedervoorziening

Paul: “Om de melkgift te verhogen, kruisen we momenteel om het jaar met Holstein in plaats van MRIJ, maar we blijven wel met MRIJ kruisen omdat het zo’n robuust ras is. Weet bovendien dat de voederkosten nagenoeg verdubbelen wanneer je biovoer moet kopen. Een eigen kwaliteitsvolle ruwvoederwinning is daarom essentieel.” Paul en Lia kwamen net wat grond te kort hiervoor. In eerste instantie kocht Paul extra ruwvoeders aan, maar omdat de kwaliteit enkele keren niet voldeed, ging hij toch op zoek naar extra land.

Gras-klaver en kruidenmengsels

Paul: “Die extra grond vond ik bij de gemeente Eindhoven, waarvan ik sinds kort 20 ha pacht. Ik heb de percelen aangemeld voor biocontrole en ik teel er nu tweedejaars omschakelgras-klaver op. Die gras-klaver mag ik voor een bepaald percentage aan mijn biodieren voederen. Op de graasweides koos ik voor een systeem van stripbegrazing, waarbij de dieren om de drie weken terug op hetzelfde perceel komen. In mijn weides heb ik gras-kruidenmengsels ingezaaid. Naast raaigras en klaver bevatten ze allerlei soorten kruiden, zoals wilde cichorei, smalle weegbree en duizendblad. De samenstelling van de mengsels is afgestemd op de bodemsoort en de functie van het perceel – beweiden of maaien. De kruiden maken de weide smakelijker voor het vee en zijn goed voor hun gezondheid. Er zitten bovendien plantensoorten in die beter tegen droogte bestand zijn. In droge zomers, zoals we er de afgelopen jaren enkele te verduren kregen, wordt er zo meer biomassa geproduceerd dan in weides die louter uit gras of gras-klaver bestaan.”

Biologische mais telen

Paul heeft graas- en maaiweides, maar teelt ook mais, een gewas dat niet altijd even gemakkelijk biologisch te telen is. Voor de mechanische onkruidbestrijding werkt hij daarom samen met loonwerker ‘Mechanisch Schoon’ van Pim Clotscher. Dat rendeert ook, want door enkele keren wiedeggen, schoffelen en aanaarden staat de mais er dit jaar heel zuiver bij. “Enkele percelen hebben we wel opnieuw moeten inzaaien vanwege ritnaalden”, aldus Paul. “Tegen onze verwachting in staan die percelen er nu het mooist en meest homogeen bij. Ik vermoed dat de eerste percelen te vroeg gezaaid werden, bij een te lage bodemtemperatuur, wat resulteerde in een slechtere opkomst. Ik zou ook graag nog voederbieten, mengteelten of granen voor silage telen. Daarover ben ik me aan het informeren. Sinds onze omschakeling zitten we in een studiekring met andere omschakelaars, waar veel kennis en informatie uitgewisseld wordt. Niet elke veehouder in die club is omgeschakeld uit overtuiging, maar het zijn wel stuk voor stuk bedrijfsleiders die vooruit wilden met hun bedrijf en een toekomstperspectief zochten. Die toekomst hebben ze gevonden in een biologische bedrijfsvoering.”